Verslag
bezoek NAI.
Op vrijdag 29 Maart zijn wij met school naar het NAI
(Nederlands Architectuurinstituur) in Rotterdam geweest. Het NAI is een archief, museum, bibliotheek en cultureel podium ineen. In
het NAi worden belangrijke archieven en collecties van Nederlandse architecten
van na 1800 bewaard en toegankelijk gemaakt voor het publiek.
Het NAi is markant gebouw (1993), dat ontworpen is door
Jo Coenen, gelegen aan de rand van het Museumpark in het centrum van Rotterdam.
In het gebouw worden belangrijke archieven en collecties van Nederlandse
architecten van na 1800 bewaard en toegankelijk gemaakt voor het publiek. Het
voorziet in mogelijkheden voor onderzoek en het biedt een platform voor
discussie.
Als je een rondleiding neemt wordt je meegenomen langs de tentoonstellingen. In de eerste tentoonstelling waar wij naartoe gingen nam een mevrouw ons mee naar de schatkamer. Hier zijn allerlei maquettes van architecten opgeslagen. Je ziet hier bijvoorbeeld maquettes van mooie villa's in andere landen, of die van het parlementsgebouw hier in Rotterdam. De makettes staan achter gas op een verhoging zodat de bezoekers het goed kunnen bekijken. Ernaast staan de informatiebordjes over de gebouwen. De route van de tentoonstelling is best logisch, omdat je in een rondje erlangs kan lopen.
Als je een rondleiding neemt wordt je meegenomen langs de tentoonstellingen. In de eerste tentoonstelling waar wij naartoe gingen nam een mevrouw ons mee naar de schatkamer. Hier zijn allerlei maquettes van architecten opgeslagen. Je ziet hier bijvoorbeeld maquettes van mooie villa's in andere landen, of die van het parlementsgebouw hier in Rotterdam. De makettes staan achter gas op een verhoging zodat de bezoekers het goed kunnen bekijken. Ernaast staan de informatiebordjes over de gebouwen. De route van de tentoonstelling is best logisch, omdat je in een rondje erlangs kan lopen.
De andere tentoonstelling was ook in een logische route
aangegeven. Het was duidelijk waar je heen moest lopen, omdat er eigenlijk maar
één richting was. Hier liep je langs delen van Rotterdam in het klein
tentoongesteld, en werden er dingen verteld over de omgeving door middel van
een apparaatje.
Ik denk dat de inrichters de tentoonstellingen zo hebben
ingericht zodat de mensen nieuwsgierig worden en de getoonde objecten goed
kunnen bekijken. Het was interessant om te horen hoe oud alles al is. Ze laten
blijken dat ze je willen informeren over de geschiedenis, en funties van
verschillende gebouwen en delen van de stad.
Toen ik naar het museum kwam had ik er niet zoveel zin
in. Ik vind architectuur wel leuk, maar ik vind het niet interessant genoeg om
ervoor naar een museum te gaan. Ik verwachtte dat we een saaie rondleiding
zouden krijgen en alleen maar over gebouwen zouden horen. Het eerste deel vond
ik niet erg interessant, omdat de schatkamer me niet erg aansprak. Het was wel
interessant, maar niet mijn ding. De rest van de tentoonstellingen vond ik wel
leuk, omdat je meer vrij was om zelf rond te lopen. Ik vind dat altijd veel
prettiger als ik een museum bezoek, dan kan ik zelf dingen te weten komen. Wat
ik ook erg leuk vond was dat er bij de tweede tentoonstelling veel lichtjes
gebruikt werden, wat het erg vrolijk maakte.
Verslag huis Sonneveld.
Huis Sonneveld is in 1932-1933 gebouwd in Rotterdam door de architect Leendert van der Vlugt. Op 29 maart 2013 hebben we het huis met school bezocht.
Van buitenaf lijkt het een
normaal huis, of zelfs villa. Wat het ook is geweest voordat het een
museumwoning werd. Ik geloof dat de huid van het huis gemaakt is van beton.
Praktisch alle ruimten hebben rechtstreeks toegang tot de buitenruimte,
hetzij balkon, dakterras, oprit of tuin. Teneinde de bezonning van de tuin
optimaal te benutten, werd het gebouw zo ver mogelijk tegen de noordrand van
het perceel gebouwd. De hygiëne-aspecten uiten zich onder meer in: Drie ruime,
van alle accessoires voorziene, badkamers; Vier aparte
toiletten; Marmeren plinten langs alle muren en onder de
radiatoren; Ontluchtingssysteem van de kelderverdieping; Gebruik van
rubber, tegels en linoleum als vloerbedekking in verkeers- en
personeelsruimten; Betegelde wanden in de personeelsruimten.
De hiervan
in het verlengde liggende, door Le Corbusier geformuleerde ''Vijf punten van
nieuwe architectuur'' komen ook duidelijk tot uitdrukking in Huis Sonneveld: Het
uitkragen van de eerste etage ten opzichte van de buitenmuren van de begane
grond zodat het woonhuis 'opgetild' lijkt;
Het platte dak dat als buitenruimte is ingericht, onder meer met het verstelbare windscherm dat Van der Vlugt speciaal ontwierp;
De mogelijkheid om dankzij het revolutionaire staalskelet de functies van de woonruimte organisch, zonder scheidingswanden in elkaar te laten overlopen en dat de gevels zo ook niet dragend hoeven te zijn.
Het platte dak dat als buitenruimte is ingericht, onder meer met het verstelbare windscherm dat Van der Vlugt speciaal ontwierp;
De mogelijkheid om dankzij het revolutionaire staalskelet de functies van de woonruimte organisch, zonder scheidingswanden in elkaar te laten overlopen en dat de gevels zo ook niet dragend hoeven te zijn.
Het heeft
een nette en sobere uitstraling. Huis Sonneveld was vroeger een woonhuis, in 1929 gaf Albertus
Sonneveld, één van de drie directeuren van de Van Nellefabriek, de opdracht een
vrijstaand huis voor zijn gezin te ontwerpen. Je kunt het ook zien van
buitenaf. Als je niet weet dat het een museumwoning is lijkt het een normaal
woonhuis.
Toen
we naar het huis liepen had ik niet door dat het zo vlakbij het NAI was, ik
keek ook recht voorbij het huis. Door een bordje zag ik later dat we al bij het
huis waren. Wat de meeste indruk heeft gemaakt is hoeveel ruimtes en
verdiepingen het huis heeft. Het is erg groot en lijkt me toch wel interessant
om in te leven.
Ik
vond het erg interessant om binnen te kijken, aan de buitenkant zag het er erg
mooi en netjes uit. Vanbinnen ook, alleen de meubels waren niet echt mijn
smaak. Maar dat kan komen omdat ze toch wel oud zijn. Ik vond het leuk dat er
best veel verdiepingen waren, omdat je iedere keer als je naar boven liep je je
afvroeg wat voor kamers er zouden zijn. De ruimtes waren erg groot, en dat was
fijn om in te lopen. In sommige huizen zijn de ruimtes erg klein, en als je die
dan bezoekt (met bijvoorbeeld je hele klas) is het vervelend om doorheen te
lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten